“Mama! Er zit een vreemde vogel op het nest!” Elke dag lopen een moeder en haar zoon hetzelfde rondje. Vaste prik is het watervogelnest op letterlijk een steenworp afstand van de Inn. Het jongetje, volgens mij is hij even oud als onze zoon, heeft gelijk.

Op het nest zitten twee wilde eenden tevreden met hun snavels tussen hun veren van de zon te genieten. Het is inderdaad niet het vaste verblijf van deze dames; het is het stekkie van het echtpaar meerkoet. Elk jaar opnieuw werken zij zich hiervoor uit de naad. Ze zwemmen af en aan om van honderden, misschien wel duizenden takjes, een waar kunstwerk te maken. En als ze dan tevreden op hun nest plaatsnemen, dan gebeurt het onvermijdelijke: De Man van het waterschap. Naast het nest zit namelijk een uitwateringssluis, waar het water van het kanaal naar de sloot gereguleerd wordt. Elk voorjaar zet De Man de schuif open, waardoor het waterpeil stijgt en de boeren in de omgeving voorzien worden van meer water. Wat leidt tot een watersnoodramp voor de meerkoeten: hun nest stroomt over. Wederom moeten zij zich in het zweet werken, dit keer om een verdieping op hun nest te maken. Eenmaal weer hoog en droog, leggen zij zich toe op waar het allemaal om te doen was: de eieren, de meerkoetkuikens en uiteindelijk het behoud van tenminste de helft van de kinderschaar. Want naast De Man is er nog een bedreiging: de grote boze snoek. Tijdens de zwemlessen van de kuikens worden er geheid een paar omgetoverd tot de lunch van deze lobbes. 

En dan wordt het rustig op het nest. De puberkuikens trekken er zelfstandig op uit en pa en moe gaan hun eigen gang.  Het nest is regelmatig leeg. Andere vogels vinden hun weg er naar toe, zoals de eenden. En vanmorgen deze reiger. Ze genieten van de rust en het zonnetje. Of kijken uit naar een uitgebreid, ontspannen avondmaal dat nu nog onder water zwemt. 

De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat de reiger vanmorgen keihard is weggejaagd door de meerkoeten. De vreemde vogel bleek niet welkom op hun nest. Daar ging mijn mooie metafoor voor de Inn.