“Dit is net een aflevering van Bassie en Adriaan, maar dan in het echt! Papa is dan Bassie!” Voor Mees is Bassie een superheld, in het rijtje met Spider-Man en Sonic. Mees heeft helemaal gelijk. Ik zat net naar Harald te kijken hoe hij de loodzware kano uit het water trekt, terwijl ik, meer voor de vorm, aan de zijkant meestuur. Zonder hem, of met elke andere man, zou ik deze reis nooit hebben kunnen maken. Harald is sterk, handig en gek genoeg om dit avontuur aan te gaan. Ik ben ontzettend blij met en dankbaar voor hem. 

Misschien ben ik dan wel Adriaan, die vaak de plannenmaker is van de twee en dan precies denkt te weten hoe iets het beste moet. Maar als de beste schipper ook vaak aan wal blijft staan. Letterlijk, in ons geval. 

Hoewel vandaag was het fysiek voor ons wel echt de zwaarste dag tot nu toe. De watergang die ons tot vlakbij de Linge zou brengen was bloedmooi en zo rustig. Geen kip te bekennen, want het is niet makkelijk bevaarbaar. Vier bruggetjes waren te laag om onderdoor te varen. Dan moet de vijf meter lange kano, inclusief alles wat we bij ons hebben uit het water worden getild en er een meter verder weer in. Ook wij moeten behoorlijk wat klauteren. Mees belandde nog bijna tussen wal en schip toen hij staand op de sup, een bruggetje op wilde klimmen en de sup begon te wiebelen. Hij wist dit handig te voorkomen door te gaan zitten en was ook door 2 aan de lus van zijn zwemvest vastgegrepen. Tot nu toe zijn brandnetelsteken (hondsdraf!), schaafwondjes en blaren door natte voeten in sandalen, de ergste ongemakken.

We dachten een bruggetje te vermijden door lopend door een weiland over het erf van een boer naar de weg te gaan. Het fort bleek echter zo goed bewaakt, dat we met geen mogelijkheid naar de openbare weg konden. Enorme elektronische hekken versperden ons de uitgang. Waarschijnlijk om ongenode gasten buiten te houden, maar dat was met onze komst vanaf het water plus weiland, mislukt. Er was op dat moment nergens een boer(in) te bekennen, die ons eruit kon laten. Wel hing er een camera. Dus misschien staan we morgen op Facebook, met de vraag wie deze idioten kent die zijn erf betraden en dan ook nog eens niks hadden gesloten. 

Wij zijn omgekeerd en hebben onze weg via een sloot vervolgd. 

Behoorlijk bezweet kwamen we later dan gepland bij de Linge aan. Vanaf daar zou het nog 3 kilometer varen zijn. Aan dit stukje Linge zitten, bijna aaneengesloten stukjes privé land. Hier zitten met name grootouders met hun kleinkinderen. Allemaal met een boot, variërend van een ondergelopen roeiboot, tot een jacht die een veelvoud van ons huis kost.Het leek ons een uitkomst, hier zouden we gemakkelijk het water in kunnen. We kregen echter tot drie keer toe de deksel op onze neus. Nee, dat kon echt niet. Voor je het weet heb je altijd een kanoënd gezin op je land, dat het water in moet. De kano op wielen in de hitte ooruitttrekkend naar een plekje waar het misschien wel zou kunnen, heb ik behoorlijk wat lelijke gedachten over heb gehad. En heb ze misschien ook wel uitgesproken. Maar niet zo hard, zodat ze het zouden kunnen horen. Uiteindelijk kwamen we bij een privélandje dat helemaal was omgeploegd en waarvan het hek verdwenen was. Binnen 3 minuten hadden we de kano in het water. 

Onderweg kwamen we een terras aan het water tegen. Die hebben we gepakt, om er ook maar direct te dineren. Dat hadden we wel verdiend, vonden we. Toevallig zaten op dit terras ook de buurtjes van de vorige camping, samen met Muffin, hun minihond.

De serveerster vroeg belangstellend waar de kanoreis naar toe ging. Wij vertelden over een toffe B&B een eindje verderop die bereid was, ons in de tent in hun achtertuin aan de Linge te laten overnachten. ”Oh, dat is bij mij thuis”, antwoordde de serveerster. Wellicht ken je de sketch van cabaretier Jochem Myjer. Hij vertelde dat hij op een vliegveld op Curaçao alle verschillende rollen op de vliegveld (inclusief duanier en pilot) door dezelfde persoon werd bekleed. Deze serveerster bleek de Hollandse variant daarvan. Behalve serveerster, was ze ook eigenaar van het terras, B&B houdster, bakkerij eigenaar, ondernemer in brieventaarten en regelde ze voedseltransporten naar Oekraïne en had een Oekraïnse jongen in een boomhut wonen. Haar moeder was wel een bezig bijtje, gaf de dochter aan die ons een uurtje later bij de B&B  verwelkomde. Ze had voor ons een welkomsbord neergezet aan de Linge, zodat we wisten waar we moesten zijn. Een van die privélandjes aan de Linge, maar dan een stukje verder, was van hen. Wij mochten het gebruiken om te kamperen, te zwemmen en een vuurtje te maken. Op het toilet ruikt het enorm naar appeltaart, blijkbaar wordt in de ruimte ernaast de brievenbusappeltaart gemaakt. En om ons niet alleen te laten ruiken, was er voor ons ook een taartje neergezet om te proeven. Echt geweldig! We hebben besloten hier maar eens twee nachtjes te blijven.